Op zondag zingen we in de gemeente: “‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.” (Opwekking 42)
En op maandag worden we bang als de baas ons bij zich roept. We denken: “Zou ik de volgende zijn die ontslagen wordt? Zou ik zo meteen mijn baan kwijt zijn? Zou ik op zoek moeten naar iets anders?”
Soms lijkt het wel alsof we God vergeten en bang zijn voor degenen met het gezag: onze leidinggevenden.
Maar waar komt gezag eigenlijk vandaan en hoe zouden we ermee om moeten gaan?
Alle gezag komt van God
De oorsprong van gezag is vrij duidelijk. Bij de schepping kregen Adam en Eva al de opdracht mee om over de aarde te heersen.
Het besef van gezag en de mogelijkheid tot het uitoefenen van gezag zit dus al in de mens ingebakken.
Jezus is de ultieme gezaghebbende:
“All authority in heaven and on earth has been given to me.” (Mt. 28:18 ESV)
(De bijbelteksten komen uit de English Standard Version omdat die vertaling voor deze toepassing heel duidelijk is.)
Als dit echt waar is, dan betekent dit dat al het gezag op aarde óf gedelegeerd is door Jezus óf door Hem wordt gedoogd.
Het eerste is waar, het gezag op aarde is door God gedelegeerd:
“For there is no authority except from God, and those that exist have been instituted by God.” (Rm. 13:1 ESV)
Let op dat het er hier niet om gaat hoe ze hun gezag uitoefenen, maar om het feit dat ze gezag hebben. Het gaat er hier ook niet om of ze dat gezag als van God erkennen, het gaat puur om het principe dat het hebben van gezag van God komt.
Vergelijk het met Pilatus, die veroordeelde Jezus maar zijn gezag was van God gegeven:
“You would have no authority over me at all unless it had been given you from above.” (Jh. 19:11 ESV)
Gehoorzaamheid als basishouding
Nu we weten dat alle gezag van God komt, rest ons nog de vraag te beantwoorden hoe we dan met dit gezag moeten omgaan. Ik beperk me hier tot degenen die werknemer of ondergeschikte zijn. Hoe je als leidinggevende met je gezag zou moeten omgaan, dat is voor een andere keer.
De relatie leidinggevende-ondergeschikte is, zeker in de tijd van de Bijbel, te vergelijken met de relatie meester-slaaf. De basishouding is dan ook gehoorzaamheid, ongeacht of onze leidinggevende nu rechtvaardig of onrechtvaardig is:
“Servants, be subject to your masters with all respect, not only to the good and gentle but also to the unjust.” (1 Pt. 2:18 ESV,)
Dat is de basis, gehoorzaamheid. Als er zaken spelen waar je het niet mee eens bent of waar je niet aan mee kunt of wilt doen, dan is het niet verstandig om direct met je hakken in het zand te weigeren. Met gehoorzaamheid als uitgangspunt en basishouding heb ik al laten zien hoe je met dit soort situaties om kunt gaan in het artikel: 4 uitgangspunten bij integriteitsvraagstukken.
Gehoorzaamheid heeft te maken met liefde
Gehoorzaamheid en liefde zijn nauw met elkaar verbonden. Gezonde gehoorzaamheid komt niet voort uit een slaafse mentaliteit maar uit liefde:
“If you love me, you will keep my commandments.” (Jh. 14:15 ESV)
In het verlengde hiervan betekent dit dat als jij je baas gehoorzaamt, dit een blijk van liefde is. Zo moeilijk is het dus niet om de liefde van Christus uit te stralen!
Om het geheel nog eens duidelijk samen te vatten, sluit ik af met het volgende gedeelte uit Kolossenzen:
“Slaves, obey in everything those who are your earthly masters, not by way of eye-service, as people-pleasers, but with sincerity of heart, fearing the Lord. Whatever you do, work heartily, as for the Lord and not for men, knowing that from the Lord you will receive the inheritance as your reward. You are serving the Lord Christ.” (Kol. 3:22-24 ESV)
We hoeven niet zo bang te zijn voor onze bazen. God deelt de lakens wel uit. Op Hem mogen we vertrouwen, in zijn hand ligt ons levenslot.
Ook al delegeert Hij daar stukjes van aan onze bazen.
Vraag: Hoe ga jij om met gezag?