Nadat we in deel 1 van onze serie over integriteit de drie niveaus waarop integriteit een rol speelt hebben gezien, hebben we in deel 2 gezien wanneer je wel of niet invloed kunt uitoefenen op de integriteit.
Als je deel 1 en deel 2 nog niet hebt gelezen, doe dit dan eerst. In dit derde deel borduren we namelijk voort op de voorgaande delen.
Vandaag gaan we kijken naar uitgangspunten voor verandering van situaties met een integriteitsvraagstuk die niet onder jouw directe invloed liggen.
Zoals we in deel 2 hebben gezien bevinden deze situaties zich wel binnen je cirkel van betrokkenheid maar niet binnen je cirkel van invloed. Neem deze situaties nog eens in gedachten.
Voordat we aan de slag gaan met deze situaties is het belangrijk om de aandacht te vestigen op het volgende: Je kunt meer verandering teweeg brengen in jouw cirkel van invloed dan in je cirkel van betrokkenheid.
Qua tijds- en energiebesteding zijn de situaties in je cirkel van invloed dus van veel groter belang dan die in je cirkel van betrokkenheid. Let er dus goed op waar je mee bezig gaat.
Als je naar verhouding veel meer tijd en energie besteed aan situaties in je cirkel van betrokkenheid kan dit moeheid tot gevolg hebben: je bent meer bezig met zaken waar je geen of weinig verandering in kunt brengen, dan met zaken die je wel kunt veranderen. Daar word je moe van.
Nu we dat gezegd hebben gaan we kijken naar de 4 uitgangspunten bij het teweegbrengen van verandering.
4 uitgangspunten
De situaties waarbij de integriteit in het gedrang komt (die je in gedachten hebt genomen) hebben vaak te maken met opdrachten die je krijgt van leidinggevenden.
Zo was er een lerares die de opdracht kreeg om haar klassen les te geven over Harry Potter en hekserij. Nu gaat het hier niet om onze mening over Harry Potter en hekserij, maar deze vrouw had op dit gebied het nodige meegemaakt in haar leven en wilde de lesstof absoluut niet onderwijzen. Om de zaak nog te bemoeilijken was ze nog maar een week werkzaam op die school, dus relaties met collega’s en leidinggevenden waren nog niet echt ontstaan.
Aangezien deze lerares zelf niet mocht beslissen welke stof ze zou onderwijzen viel deze situatie buiten haar cirkel van invloed. Vanzelfsprekend viel deze situatie wel binnen haar cirkel van betrokkenheid.
Er zijn 4 uitgangspunten die je kunt hanteren als je in dit soort situaties verandering wilt brengen:
Gehoorzaamheid
Het volledige plaatje
Overleg
Alternatief
Laten we ze één voor één langslopen.
1. Gehoorzaamheid
Zeker bij opdrachten die je van leidinggevenden krijgt moet gehoorzaamheid het uitgangspunt zijn. Paulus schrijft in de Romeinenbrief:
“Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet roept over zichzelf zijn veroordeling af.” (Rom. 13:1-2)
Dit is de basishouding: het accepteren van het gezag van je leidinggevende en hem gehoorzamen omdat je daarmee God gehoorzaamt. Dat is het hart en de houding van een werknemer ten opzichte van zijn leidinggevende.
Daniël is hierin een treffend voorbeeld: hij wordt uitgekozen om de heidense Babylonische koning te dienen. Deze opdracht gehoorzaamt hij. Hij moet zich verdiepen in de taal en de geschriften van de Chaldeeën, die grotendeels afgodisch van aard waren. Ook hierin gehoorzaamde hij.
2. Het volledige plaatje
Zorg ervoor dat je een compleet beeld van de situatie hebt voordat je iets aan de kaak stelt. Zijn er aspecten, belangen of afwegingen die je nog niet gezien hebt? Verandert dat jouw blik op de situatie?
3. Overleg
Toch kwam er bij Daniël een punt waarop hij niet zonder meer wilde gehoorzamen: hij moest een dieet van de koning aanhouden. Daniël is heel creatief in zijn benadering: hij gaat in overleg met zijn leidinggevende om een oplossing te vinden.
Dit is het derde uitgangspunt: in plaats van (botweg) een opdracht te weigeren is het altijd beter om met je leidinggevende in overleg te gaan. Als je weigert leg je het probleem bij hem/haar, maar als je in overleg gaat word je gedeeltelijk probleemeigenaar.
De lerares deed dit ook: ze ging in overleg en mocht een andere lesmethode uitkiezen. Hiermee was haar ethische dilemma opgelost.
4. Alternatief
Zorg ervoor dat je altijd een alternatief bedenkt. Bedenk waarom dat alternatief beter is en overleg met je leidinggevende.
Daniël deed dit ook: hij stelde voor om tien dagen lang alleen groenten te eten, daarna konden ze kijken of ze nog steeds gezond genoeg waren.
Daniël hield rekening met de belangen van zijn leidinggevende: tien dagen was kort genoeg om hem niet in de problemen te brengen.
Een financieel manager die door zijn directeur werd gevraagd om wat extra omzet te verzinnen zodat ze meer geld van de bank konden lenen stelde een alternatief voor: kosten besparen op een bepaald bedrijfsonderdeel waardoor ze de extra lening niet nodig zouden hebben.
Wat is jouw maat?
Jezus zei in de bergrede:
“Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.” (Mat. 7:1-2)
Als je omgaat met integriteitsvraagstukken en ethische dilemma’s, bedenk dat er een vorm van wederkerigheid in zit. De maat waarmee jij meet zullen ze ook gebruiken om jou mee te meten.
Vraag: Welke andere uitgangspunten hanteer jij bij het oplossen van integriteitsvraagstukken?