Geloof in je werk

christen zijn op je werk

Samuël: 4 vreemde opdrachten van God

Vorige week schreef ik over Gods stem verstaan in de informatiemaatschappij waarin we leven. In het leven van de profeet Samuël vond ik vier opdrachten waarvoor hij wel héél zeker moest weten dat het Gods stem was die sprak.

Slecht nieuws gesprek

Afbeelding van een dromend jongetjeDe profeet Samuël groeide op in een tijd dat er zelden een woord van de Heer klonk en er geen visioenen doorbraken (1 Sam. 3). Hij leerde de stem van God kennen toen hij ‘s nachts door God geroepen werd. Het was de eerste keer dat Samuël Zijn stem hoorde en hij mocht meteen een slecht nieuws gesprek met zijn baas, de priester Eli, houden: Eli was niet in staat om zijn zonen in toom te houden en onteerde God hier zo mee, dat Hij zijn belofte herriep en Eli’s hele familie zou laten sterven. Je zal er maar aanstaan.

Verplaats je eens in de situatie van Samuël. Zou je niet twijfelen of het wel écht God’s stem was?

Flitsende carrière

Samuël groeide op en de Heer bracht alles in vervulling wat hij had voorzegd. Daardoor werd Samuël door zijn volk Israël (h)erkend als profeet. Samuël maakte een opwekking mee en werd rechter over Israël (1 Sam. 7). Hij maakte een schitterende carrière en stond binnen no time aan het roer.

Als Samuël oud geworden is heeft hij zijn zonen tot rechters over Israël benoemd, maar ze besturen het land niet goed. Israël vraagt om een koning (“net zoals de andere volken hebben”). Samuël vindt dat ontoelaatbaar en vraagt de Heer ernaar. Die zegt dat hij aan alles gehoor moet geven wat ze vragen en een koning over hen moet aanstellen. (1 Sam. 8). Israël, God’s eigen, apart gezette volk wil hetzelfde zijn als andere volken terwijl ze geroepen zijn om anders te zijn. Samuël moet Saul tot koning zalven.

Zou je niet twijfelen of dit wel écht God’s stem was?

Zeven krachtige zonen

Saul houdt zich niet aan het gebod van God en maakt zelf een offer omdat Samuël te laat is. Later houdt hij zich niet aan de opdracht om de Amelekieten uit te roeien. Het betreurt de Heer dat Hij Saul als koning heeft aangesteld en Hij neemt het koningschap van hem af. Samuël krijgt de opdracht om naar Bethlehem te gaan om één van de zonen van Isaï tot koning te zalven (1 Sam. 16).

Eén voor één stelt Isaï zijn zeven zonen aan Samuël voor. Ze hebben allemaal krachtige namen: Eliab (“God is vader”), Abinadab (“mijn vader is bereidwillig”), Samma (“woestijn”), Netanel (“God heeft gegeven”), Raddai (“heersende”) en Osem (“kracht”) (1 Kron. 2:13-15). Er is er geen bij die Samuël moet zalven.

Zou je niet twijfelen of je God niet verkeerd hebt verstaan, dat er toch eentje bij was die je moest zalven?

Geen twijfel

Samuël twijfelde niet, hij vroeg of dit alle zonen waren. En ja hoor, er was er nog één van een jaar of 17, die de schapen en de geiten hoedt, een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. De Heer zei: “Hem moet je zalven. Hij is het.” Die kleine jongen David (“geliefde”) als koning (!) zalven.

Zou je niet twijfelen of dat wel écht God’s stem was?

En nu

Denk eens aan de afgelopen periode. Heb je het idee dat je God’s stem goed hebt verstaan? Welke situaties zijn er geweest waarin je je afvroeg of je Zijn stem wel écht hebt verstaan?

Denk eens aan je werk. Denk je dat God ook in je werk wil spreken?

Deel je gedachten eens met ons, via de reacties hieronder.